Arlette Hanson verontschuldigt zich. De gang van haar appartement in Heerenveen staat namelijk vol kisten, koffers en volle tassen. Verhuizing? 
Nee, zij komt net terug van een tournee met haar eigen Wintercircus Arlette Hanson, dat door haar vader is opgericht en nu al 39 jaar bestaat.
Het circus is ook de kiem van de stichting Komt het Zien!, een stichting die theater toegankelijk maakt voor blinden en slechtzienden. Enthousiaste blindentolken, die bij de stichting werkzaam zijn, geven namelijk live beschrijvingen bij allerlei voorstellingen die de doelgroep via een draadloze koptelefoon kan volgen. De officiële naam hiervoor is audiodescriptie, een wetenschappelijk onderbouwde manier om bepaalde kunstvormen zoals theater, opera, dans en mediaproducties speciaal toegankelijk te maken voor blinden en slechtzienden.

De start
Voor Arlette begon het allemaal met een vraag van een lerares van een blindenschool die met haar klas naar het circus wilde. Daar bleek zoveel bij te komen kijken om het gebeuren ‘aanschouwelijk’ te maken dat het niet meteen gerealiseerd kon worden. Wat is een trapeze? Wat doet een acrobaat? Hoe spannend is dat? Wat doen de dieren?
Er lag, kortom, een enorme uitdaging hoe je voor blinden circustheater ‘zichtbaar’ maakt.
Die vraag triggerde Arlette, die zelf een theateropleiding heeft en graag wil dat iedereen, blinden en zienden, kunnen genieten van naar theater gaan.

Dus volgden gesprekken met blinden en met organisaties die de expertise in huis hebben om  mensen met een visuele beperking te ondersteunen, zoals Bartiméus en Visio. Een belangrijke vraag was wat een blinde nodig heeft om zich een goede voorstelling te kunnen maken van wat er gebeurt. Tasten en voelen bijvoorbeeld zijn belangrijk (het gezicht van een acteur, een rekwisiet, enzovoort). Ook het benoemen van kleuren, die voor een bepaalde emotie staan, blijken voor een blinde van groot belang te zijn. Dit is mogelijk, omdat een blinde bijvoorbeeld wel rood met warm kan verbinden en blauw met koud.
Kortom, er kwam geweldig veel bij kijken. Er ging voor Arlette een wereld open; zij ervoer het als een grote uitdaging.


 

In Nederland was er niets op het gebied van blindentolken. Het beroep bestaat niet, in tegenstelling tot doventolken. Arlette is ermee begonnen, pionierswerk, en kwam er pas later achter dat het in landen om ons heen al wel bestond, bijvoorbeeld in Engeland, waar het zelfs wettelijk verplicht is om een bepaald percentage voorstellingen voor blinden toegankelijk te maken.
Enfin, om een lang verhaal kort te maken: het jaar daarop kon de lerares met haar klas naar het Wintercircus! En deze winter bezochten maar liefst 250 blinden en slechtzienden het circus.

De blindentolk
De blindentolk waarvan er nu vier zijn (twee ervaren en twee in opleiding) doen heel veel voorwerk. Zij hebben zelf een theateropleiding genoten en/of spelen ook zelf. Zodra een theater of producent vraagt om een voorstelling voor blinden toegankelijk te maken, bestuderen de blindentolken het script en een videoregistratie. Daarna schrijven zij voor zichzelf een script. Welke informatie geef je? Een tolk moet bijvoorbeeld niet interpreteren. Wel emotie oproepen, niet alleen droog commentaar. Zie het als een radioverslag bij een voetbalwedstrijd. Zij moeten ook niet door de stemmen van de spelers heen praten, en dus moeten ze weten waar de stiltes vallen. Zij spreken vooraf met de regisseur en acteurs. Soms wordt een maquette gemaakt van het toneel, die dan door de blinden getast kan worden. Waar staat bijvoorbeeld de kast, het bureau, de stoelen, het bed?

 

Tijdens de voorstelling zit de tolk in een cabine; dat is in een overdekt theater meestal geen punt, maar soms, als die mogelijkheid er niet is, gebruiken ze een eigen ‘mobiele’ cabine. Alle techniek die nodig is, hebben ze zelf bij de hand. Zo krijgen uiteraard alle blinden en slechtzienden een koptelefoon op, waarmee zij in verbinding staan met de tolk. Het zijn ‘slechte’ koptelefoons waar het geluid van buiten naar binnen lekt, zegt Arlette, en dat werkt in dit geval heel goed, omdat de stemmen van de acteurs, de muziek, enzovoort, natuurlijk voor de blinde wél hoorbaar moeten blijven.
Soms zijn er wel 70 blinden bij een voorstelling aanwezig, maar het gemiddelde is zo’n beetje 15 tot 25.

 

De blinde 
Wat staat hoog op het lijstje wat blinden graag willen ‘zien’. Dat verschilt niet van de ziende mens: musicals, cabaret, luchtig toneel, circus.
Nu, bijvoorbeeld, wordt de theatervoorstelling van ‘Hendrik Groen’ voor audiodescriptie bewerkt.
Voor blinden is uiteraard de toegankelijkheid van het theater of de zaal van belang, evenals de mogelijkheid de blindengeleidehond mee te nemen.
Het enthousiasme na afloop van de blinden is altijd hartverwarmend. Ze voelen zich tijdens de voorstelling gewoon ‘normaal’ publiek.
Een paar reacties: ‘de blindentolken hebben even hun ogen aan mij uitgeleend.
’‘sinds lange tijd ben ik weer even gelukkig geweest.’

Het theater
Theaters zijn in eerste instantie erg enthousiast, maar desondanks lastig te bewegen om producties voor audiodescriptie te laten bewerken en voor blinden toegankelijk te maken. Hoewel Komt het Zien! nagenoeg alles organiseert, is men toch bang voor extra werk en begeleiding (je kunt bijvoorbeeld tegen een blinde, als hij daar naar vraagt, niet zeggen: dáár is het toilet). Uit commercieel oogpunt staat men er sceptisch tegenover. Geld speelt altijd een grote rol. Dat is wel jammer, want als een productie eenmaal voor blinden bewerkt is, zou hij in veel theaters kunnen worden herhaald. Het toneelstuk ‘Harrie & Eva’ wordt nu in het theater van Apeldoorn met blindentolk opgevoerd, maar het blijft tot die plaats beperkt. Dat is heel jammer, want alle voorwerk is nu gedaan, werk waar dágen in is gaan zitten, en waarvan nu slechts bij één voorstelling gebruik van wordt gemaakt.  

 

Hoe zit het met de openluchttheaters vragen wij Arlette natuurlijk. Ook daar zou het prima kunnen, maar tot nu toe is er geen enkel verzoek geweest. De stichting Komt het Zien! wil dat wel graag. Ook al omdat het openluchttheater weer aspecten heeft die bij een gewoon theater niet aanwezig zijn. Denk aan windgeruis, vogelgeluiden, om maar iets te noemen.
(Arlette heeft nog wel een tip voor de website van de openluchttheaters: breng meer contrast aan op de site, daarmee wordt hij voor slechtzienden beter leesbaar.)

P.R. en Financiering
De stichting die in 2014 is opgericht door Arlette en momenteel drie bestuursleden telt, doet de laatste tijd veel aan vergroting van haar bekendheid door middel van interviews op radio en tv., beurzen, luistertijdschriften, websites voor blinden en slechtzienden, enzovoort. Er is al veel bereikt maar toch is het werk van de stichting nog bij velen onbekend.
Arlette is zelf geen tolk maar zij doet de organisatie, de techniek en het lobbywerk. En dat doet zij op een uiterst bevlogen wijze, zoals wij nu zelf ervaren hebben in dit interview.
De financiering is best een moeilijk punt, want de theaterwereld is nog niet gewend om de kosten van een blindentolk op te nemen in de begroting. Stichting Komt het Zien! is daarom heel blij dat Vereniging Bartiméus Sonneheerdt haar werk steunt.

Drijfveer en wens
Tot slot vragen wij Arlette wat haar drijfveer is om dit geweldig mooie werk te doen en wat haar toekomstwens is. De drijfveer is dat zij mensen, blinden en zienden, allemaal van theater wil laten genieten. Theatermensen zijn bevlogen mensen. De tolken doen het werk vanuit hun hart!

De toekomstwens, nog ver weg, is, dat blinden gewoon naar het theater, musical, of wat dan ook, kunnen gaan, omdat er een blindentolk aanwezig is. Al zou het hier in ons land op termijn maar 20 à 30% zijn, zoals in Engeland verplicht is.

Wij zijn, na dit gesprek, méér dan overtuigd hoe belangrijk het werk van de Stichting Komt het Zien! is. Voor Fred Wolters en mij ging er werkelijk een wereld open. Wij wensen hen, mede namens Openluchttheaters.NL, heel veel succes toe!

Voor info: www.komthetzien.nl | facebook.com/komthetzien | twitter.com/komthetzien

Atze van Wieren & Fred Wolters, februari 2018.
Foto’s: Piet-Hein Out