Terug naar nieuwsoverzicht

Het Eurosonic Noorderslag Festival

 – The European Music Platform –

In januari 2017 vond het 31-ste Eurosonic Noorderslag Festival (ESNS) plaats. Dit festival is een jaarlijks terugkerend evenement in de stad Groningen. Het programma bestaat overdag uit een conferentie (vier dagen lang) met daarop aansluitend, ’s avonds, muzikale presentaties van  aanstormend Europees poptalent. Tijdens de conferentie kunnen allerlei Europese professionals (organisatoren, programmeurs, platenmaatschappijen, boekingskantoren, radiomakers, et cetera, maar ook politici) onderling ideeën uitwisselen over een groot aantal onderwerpen die allemaal te maken hebben met het organiseren van muziekfestivals.
Op het ESNS-Festival van 2017 kwamen in totaal 40.300 bezoekers af (muziekliefhebbers én professionals), waarvan 4200 conferentiegangers. De bezoekers kwamen uit de hele wereld, maar vooral uit Europa (in totaal 42 verschillende nationaliteiten). Alle kaarten, voor zowel de conferentie als het festival, waren uitverkocht. Bovendien was de media-aandacht – radio én televisie – voor ESNS ook dit jaar weer groot: in 17 landen werd het live op radio uitgezonden en in totaal was het evenement in 34 Europese landen te zien en/of te horen.
Kortom: het ESNS-Festival is een groots opgezet, uniek evenement dat de liefhebbers van popmuziek en de organisatoren van muziekfestivals feitelijk niet mogen missen. Dit was dan ook een goede reden om eens te gaan praten met één van de organisatoren van het festival: Peter Sikkema.

Een korte geschiedenis
Ruim drie decennia geleden hadden Peter Smidt en Peter Sikkema samen een boekingskantoor voor artiesten. Vanuit deze positie zagen zij destijds met lede ogen aan hoe ‘Los Angeles’ – USA – een dominante rol in de muziekindustrie speelde en grootleverancier was van popmuziek voor heel Europa. Hierdoor kregen uitstekende Nederlandse en Belgische popartiesten niet de aandacht die ze wel degelijk verdienden. Er was duidelijk sprake van een onbalans. Daar moest wat aan gedaan worden, hetgeen resulteerde in het Noorderslagfestival, dat in 1986 van start ging.  De bedoeling van dit ééndaagse festival was om Nederlandse én Belgische bands te promoten (later is het accent echter op Nederlandse bands komen te liggen). In 1996 werd het festival uitgebreid met het driedaagse Eurosonic festival (The European Music Conference and Showcase Festival) dat zich richt op de promotie van Europese popbands. Om de internationale samenwerking op het terrein van muziekfestivals te bevorderen, om te kunnen netwerken, om ideeën uit wisselen en om zaken te kunnen doen (zoals het inkopen van acts), is er een conferentie aan het programma toegevoegd. Deze conferentie wordt als een wezenlijk onderdeel van het ESNS-festival gezien. En bij een groots festival als dit hoort natuurlijk ook een prijsuitreiking. Bij het ESNS doet men daar niet moeilijk over, want in totaal worden er maar liefst zeven belangrijke prijzen uitgereikt, waarvan de Popprijs – een prijs van Buma Cultuur – wellicht de bekendste in Nederland is.

 

ESNS – 2018
De 32-ste editie van het ESNS-Festival vindt plaats van 17 tot en met 20 januari 2018. De eerste drie dagen (wo, do en vr) zullen uit een Europees Showcase Festival bestaan – het Eurosonic Festival – waar nieuw Europees talent zich kan presenteren. Op de vierde dag – zaterdag – komen uitsluitend Nederlandse bands tijdens de slotavond optreden.
Bij elke editie van het ESNS – Festival krijgen de deelnemende landen trouwens bij toerbeurt speciale aandacht. Zo’n land mag dan bijvoorbeeld meer bands naar Groningen sturen dan de andere landen. En in 2018 wordt Denemarken het zogenoemde focusland, omdat men ontzettend onder de indruk was van de kwaliteit en diversiteit van de Deense acts op Eurosonic tijdens de afgelopen jaren
Voordat men ’s avonds van de muziek kan genieten, kunnen allerlei muziekprofessionals vier dagen lang, overdag, een conferentie bijwonen. Schematisch gezien ziet het programma er dan als volgt uit:

 

De Conferentie
Het ESNS-festival faciliteert mogelijkheden voor allerlei muziek- en festivalprofessionals om te kunnen netwerken, zodat zij allerlei kennis en ervaring met elkaar kunnen uitwisselen. Een groot deel van de conferentie wordt in Cultuurcentrum De Oosterpoort gehouden dat tamelijk veel vloeroppervlakte heeft; alles op de begane grond, zodat je elkaar regelmatig tegenkomt.  Dat dit onderdeel in hoge mate wordt gewaardeerd, blijkt wel uit het feit dat er inmiddels ruim 4000 bezoekers op af komen, waaronder ruim 400 afgevaardigden van zowel nationale als internationale muziekfestivals en Engelse boekingskantoren. Grote spelers, zoals Pinkpop, Lowlands, het Roskilde-festival (DK) en het Glastonbury festival  (UK), doen er goede zaken door er muzikale acts in te kopen. En ook vertegenwoordigers van enkele Nederlandse openluchttheaters kon je reeds op de conferentie tegenkomen, zoals OLT Caprera (Bloemendaal), OLT De Goffert (Nijmegen) en OLT Het Amsterdamse Bos.
De eigenlijke conferentie bestaat  uit een programma van 175 panels, keynotes (= inleidende lezingen met een centraal thema), interviews, workshops, diners, pitches (= verkooppraatjes), feestjes en vergaderingen over de laatste ontwikkelingen in de internationale muziek, media, evenementenproductie en interactieve sector. Onderwerpen die aan bod komen zijn onder andere: innovatie, popbeleid, regelgeving, nieuwe ontwikkelingen festivals, rechten en de stand van zaken in de muziekindustrie.

Om het één en ander in goede banen te leiden (en het ook voor de bezoeker overzichtelijk te houden),  bestaat de conferentie uit de volgende onderdelen:

  • Een algemeen conferentieprogramma;
  • Een programma (op donderdag) dat aan Popbeleid is gewijd. Het is in eerste instantie interessant voor podiumdirecties, beleidsambtenaren en politici op (lokaal, provinciaal en nationaal niveau);
  • Een Artiestenprogramma (op zaterdag);
  • Future of Media, waarin nieuwe ontwikkelingen in de media aan bod komen;
  • Buma Music Meets Tech. Dit is het innovatieprogramma van Buma/Stemra, dat start-ups ondersteunt, stimuleert en de groei versnelt;
  • European Production Innovation Conference (EPIC) heeft als onderwerp de  productie-innovatie op festivals met thema’s als: duurzame afvalverwerking, crowd-control, aggregaten op zonne-energie, cashless systems, ticketing, het managen van geluidsniveaus, logistiek et cetera ; voor de openluchttheaters is dit wellicht een interessant onderdeel. 

Om Eurosonic Noorderslag als delegate (afgevaardigde)  bij te wonen, dient men zich (op tijd) te registreren. Een conferentieregistratie geeft onder andere recht op toegang tot het complete conferentieprogramma (inclusief EPIC), alsmede het complete, muzikale festivalprogramma.
Het tarief om de conferentie bij te wonen, is afhankelijk van de tijd van inschrijving: hoe eerder, hoe goedkoper. In 2017 varieerden de prijzen van € 255,- (voor de zogenoemde Super Early Birds) tot € 390,- (het zogenoemde Walkup tarief). Voor het bijwonen van EPIC hoeft men echter minder diep in de buidel te tasten: in 2017 kostte een dagkaart € 25,- en een driedaags passe-partout kostte € 50,-.

De artiesten
De artiesten die aan ESNS-2018 willen deelnemen, kunnen zich tot en met 1 september 2017 aanmelden. In de praktijk blijkt het aantal aanmeldingen vijf-  à zesduizend te zijn, terwijl het aantal acts iets minder dan 400 is. Er zal dus geselecteerd moeten worden. Een belangrijk selectiecriterium daarbij is of de desbetreffende artiest al over de vereiste ‘rugdekking’ beschikt; oftewel een goed managementteam, want bij succes is het absoluut noodzakelijk dat er mensen zijn die dat succes kunnen managen.
Andere artiestenbronnen zijn internet en programmeurs, die namens ESNS heel Europa afreizen op zoek naar nieuw talent. Volgens Peter Sikkema leveren deze programmeurs uitstekend werk.Uiteindelijk blijkt dat het niveau van de artiesten en hun acts telkenjare hoog is. Het komende jaar – 2018 – zal daar ongetwijfeld geen uitzondering op zijn.

 

Het succes van ESNS
Volgens Peter Sikkema zijn er enkele succesfactoren voor het festival aan te wijzen:

  1. Het ESNS-festival heeft een Europees karakter;
  2. Het festival vindt altijd plaats in de maand januari en dan heb je weinig concurrentie van andere evenementen;
  3. Alle podia – ruim dertig – bevinden zich op loopafstand van elkaar in de gezellige binnenstad van Groningen;
  4. Het festival trekt een zeer gemotiveerde bezoekersgroep aan. De bezoekers moeten immers vanuit heel Europa (ook vanuit heel Nederland!) voor een paar dagen naar Groningen afreizen en de gemotiveerde bezoeker heeft daar graag geld (voor het reizen, de overnachtingen en de entreegelden) en tijd voor over.
  5. De organisatie heeft kwaliteit en vernieuwing hoog in het vaandel staan.

Ambities
Het ESNS-festival streeft niet naar groei, want daar is Groningen feitelijk te klein voor, alleen al wat de overnachtingscapaciteit betreft. Tijdens het festival zijn de hotels namelijk allemaal volgeboekt en er moeten zelfs hotelschepen (goed voor twee- à drieduizend bedden)  naar Groningen komen om de ‘druk enigszins van de ketel te halen’.
De organisatie van het ESNS-festival wil daarentegen de kwaliteit van het programma waarborgen en streeft ernaar dat de gehele Europese muziekindustrie het festival standaard op de agenda zet. Tevens wil ESNS een podium van betekenis blijven voor allerlei nieuwe ontwikkelingen; niet alleen op muzikaal terrein, maar ook op het gebied van het organiseren van festivals. Zo is ESNS bijvoorbeeld onlangs een samenwerkingsverband aangegaan met Innofest, een stichting die festivals inzet als ‘living labs’ voor innovatie op het gebied van onder andere veiligheid, water, voedsel, logistiek, licht geluid, energie en afval. Oerol (Terschelling), de TT in Assen, en het Noorderzonfestival (Groningen) maken trouwens eveneens deel uit van deze samenwerking. Gezamenlijk is het een ideaal platform waar je veel van elkaar kunt leren op het gebied van festival-innovatie.

Tot slot
U begrijpt dat het organiseren van het ESNS-festival een gigantische operatie is. Momenteel (mei) zijn daar zo’n tien mensen mee bezig, maar vanaf september groeit dat aantal aan tot zo’n tachtig mensen. En tijdens het festival zelf komen daar nog eens circa duizend vrijwilligers bij.
En als het festival en de drukte voorbij zijn, dan maakt de binnenstad van Groningen een  opvallend stille en rustige indruk, aldus Peter. Tijd om dan in het beruchte ‘zwarte gat’ te vallen, heeft hij niet, want de voorbereiding voor de volgende editie staat alweer voor de deur.  Bovendien moet je, volgens Peter, in dit vak continu tien jaar in het voren blijven denken en hij beleeft daar, als één van de organisatoren, zichtbaar veel genoegen aan.

Fred Wolters