Terug naar nieuwsoverzicht

Tom Poes! Verzin een list!

Vier methodes om je denkpatronen te doorbreken

 De situatie waarin we ons nu bevinden, vraagt om vernieuwende oplossingen. Nu is het moment om je creativiteit in te zetten en lef te tonen. Om zaken net wat anders aan te pakken. Hoe zet je nu die creativiteit, die aan de culturele sector wordt toegedicht, in om je werk te verkopen of onder de aandacht te brengen? In dit artikel wil ik [Ben Wiegman] je wat methoden bieden om die creativiteit aan te boren.

Ja, ga er maar aan staan in deze situatie. Anderhalve meter is best veel om te overbruggen. Opnieuw moeten uitdenken hoe je veilig met klanten omgaat, al dan niet digitale meetings organiseren en geïnteresseerden relevant werk laten zien. En het is ook niet bekend hoe lang we hier mee moeten dealen: weken, maanden of misschien zelfs jaren.

Kader als gevangenis

Voor je allerlei nieuwe ideeën gaat bedenken is het goed om te beseffen dat je, wat je beroepspraktijk betreft, tot aan de coronacrisis waarschijnlijk eerder het tegendeel hebt gedaan. Wellicht heb je juist alles zo goed mogelijk gestructureerd; lijstjes met potentiële klanten, vaste galerie, regelmatige updates op social media, een mooie website, doelgerichte marketing etc. Pas wanneer daar aanleiding voor was, ging je er aan schaven en schuren. Het is het kader waarin je bent gaan werken maar ook in bent gaan denken. Nu de hele wereld plots zo anders is geworden, is dat kader misschien zelfs wel een gevangenis geworden en stuit je telkens op dezelfde belemmeringen.

Incubatietijd.

Nieuwe ideeën ontwikkelen doe je niet even. Sommige hebben nu eenmaal wat incubatietijd nodig en de meeste van de methoden doe je ook niet even in tien minuten. Daarnaast kan niet iedereen met elke methode uit de voeten en bovendien heb je ook nog te maken met de vervolgstap: hoe kom je van dat geweldige idee naar de praktijk.

Stap 1 is dan ook om er wat tijd voor vrij te maken en misschien een collega te vragen met je mee te doen. Stap 2 is om je aannames, vooroordelen en vaste patronen bij de deur achter te laten. In het creëren van nieuwe ideeën wil je geen belemmeringen, die zijn voor later.

De meeste methoden zijn gebaseerd op de volgende principes: inventariseren, associëren, provoceren, confronteren en intuïtie gebruiken of op een combinatie ervan. De hier beschreven vormen zijn maar een selectie van de velen die er bestaan. Het internet kan hier zeker zijn diensten bewijzen, ook voor verdieping.

 1. Design Thinking

Komt uit de designwereld en wordt gebruikt om problemen op te lossen. Het neemt eigenlijk de gebruiker of klant als uitgangspunt. Waar loopt die tegenaan en wat zijn de oplossingen die je kunt bieden? Het proces van Design Thinking kent 5 stappen:

  1. Empathie ontwikkelen
    Verdiep je in je klant/bezoeker/afnemer. Probeer hem/haar echt te begrijpen, bevraag de drijfveren, gedrag, behoeftes, verplaats je zoveel mogelijk in zijn of haar rol. Waar draait het bij de klant om?
  2. Probleem definiëren
    Met het resultaat uit stap 1 probeer je een kernprobleem te definiëren voor die klant. Een centraal vraagstuk. Wat is nu eigenlijk het belangrijkste om op te lossen voor de klant?
  3. Ideeën genereren
    Het draait er nu om zoveel mogelijk ideeën te genereren die het probleem uit stap 2 zouden kunnen oplossen. Elk idee is goed, hoe gek ook. Je hoeft ze nog niet te beoordelen, het draait er om de ideeënkraan helemaal open te zetten. Stap 3a is om vervolgens het kaf van het koren te scheiden. Wat is de beste oplossing, kunnen ideeën gecombineerd worden en check of het aansluit op je kennis opgedaan bij stap 1.
  4. Prototype
    Zet je ideale oplossing om in een testversie of prototype. Het hoeft misschien nog niet op volle schaal, maar het moet voldoende zijn om te kunnen toetsen of het ook echt kan werken.
  5. Testen
    ‘The proof is in the pudding’. Wanneer je mensen bevraagt, is er altijd het risico van sociaal wenselijke antwoorden. Bij een echte test kun je zien of het daadwerkelijk het probleem van je klant/bezoeker/afnemer op lost.
2. De zes hoeden van de Bono.

Edward de Bono heeft deze methodiek ontwikkeld om vanuit verschillende perspectieven naar een vraagstelling of probleem (voorstel) te kijken. Het uitgangspunt is dat elke hoed voor een bepaalde denkwijze staat. Je voorkomt ermee dat je een situatie vanuit je eigen tunnel benadert. Je kunt zelf afwisselend steeds een andere ‘hoed op zetten’ om over de vraagstelling na te denken. Of je zou de hoeden kunnen verdelen over personen die (online) met je meedenken.
  • Wit: Feitenanalyse
    Zo staat de Witte hoed voor feiten en cijfers. De drager van deze hoed kent zijn statistieken en benadert het vraagstuk alleen vanuit dat perspectief.
  • Rood: Emotie
    De drager van de Rode Hoed laat daarentegen alleen maar zijn gevoel en intuïtie spelen. Het hoeft niet gestaafd te zijn door wat dan ook. “Mijn gevoel zegt…”
  • Zwart: Logisch-negatief
    De drager van de Zwarte Hoed is de advocaat van de duivel en kan ronduit negatief zijn. “Dat hebben we al eens eerder gedaan, dat werkt niet.”
  • Geel: Logisch-positief
    De Gele Hoedendrager ziet overal het positieve van in en is vrolijk optimistisch. “Met een week of wat hebben we een vaccin en dan hebben we zoveel geleerd…”
  • Groen: Het zijdelingse denken
    Ongebreidelde creativiteit, out of the box ideeën en onnavolgbare associaties komen uit de Groene Hoed. En hup, daar is weer een nieuw idee.
  • Blauw: Gestructureerd denken
    De blauwe hoed zorgt ervoor dat iedereen goed zijn hoed op houdt en dat iedereen voldoende aan bod komt. Deze hoedendrager kan wat meer beschouwend zijn.

De methode is vooral geschikt om met creativiteit tot besluitvorming te komen. Bestaande conventies of no go areas kunnen makkelijker ter sprake komen zonder dat je rekening hoeft te houden met gevoeligheden of dooddoeners.

3. Omkering

Deze hele praktische methode is bedacht om snel veel nieuwe ideeën te produceren. Hij werkt in 5 stappen:

  1. Bedenk een concrete vraag, gerelateerd aan je praktijk
  2. Draai de vraag om: hoe zorg ik dat het tegengestelde wordt bereikt?
  3. Bedenk minimaal een dozijn antwoorden op deze omgekeerde vraag
  4. Draai deze ideeën vervolgens weer om zodat er ideeën ontstaan voor de eerste vraag.
  5. Bewerk de ideeën zo dat je er wat mee kan

Bijvoorbeeld:

  1. Hoe kan ik meer opdrachten vergaren?
  2. Hoe kan ik minder opdrachten vergaren?
  3. Ideeën om minder opdrachten te krijgen:
    Melden dat ik stop
    Naar een andere locatie verhuizen
    Onredelijke prijs vragen
    Super ingewikkeld werk maken
    Onhandig doen met onderhandelingen
    Onduidelijke informatie versturen
    Laten zien dat ik er niets van bak
    Te hoge offertes indienen
    Alleen maar vrij werk maken
    Heel veel roze gebruiken
    Zeggen dat mijn werk veel lijkt op dat van…
    Zeggen dat ik maar één type werk maak
  4. Omkering van ideeën om minder opdrachten te krijgen
    Melden dat ik nog steeds werk
    Op dezelfde locatie
    Voor een redelijke prijs
    Ik maak toegankelijk werk
    Ben soepel met onderhandelingen
    Ik verstuur duidelijke informatie
    Ik laat zien dat ik mijn vak beheers
    Ik dien redelijke offertes in
    Ik maak ook werk in opdracht
    Ik gebruik alle kleuren
    Mijn werk lijkt niet op dat van…
    Ik maak een grote diversiteit aan werk
  5. In contact treden met opdrachtgevers om te laten weten dat ik nog steeds in de markt ben voor opdrachten en dat ik nu ook op andere platformen werk
4. Scenariodenken.
 
Scenariodenken is niet zozeer een ideeëngenerator maar meer een methode om strategisch na te denken over de toekomst. De methode kan helpen mogelijke veranderingen in kaart te brengen zodat je daar een strategie op kunt bepalen.

We hebben helaas geen glazen bol, dus hoe de toekomst gaat verlopen weet niemand. We zien ook niet alles, we hebben allemaal een eigen perspectief, en kunnen ons dan soms ook richten op maar een beperkt aantal aspecten van veranderingen. En hoe moet je daar dan plan op trekken?
De grondgedachte van het scenariodenken is dat er meerdere toekomsten mogelijk zijn, en dat je uit de analyse van die toekomsten (scenario’s) input kunt krijgen voor je strategische afwegingen. Op basis van je kernvraagstuk kun je vier scenario’s uitdenken en die analyseren op basis van impact en onzekerheid. De analyse van de scenario’s levert geen draaiboek op van ‘zo moet je het doen’ maar wel een inspiratiebron voor nieuw beleid. Je maakt de echte onzekerheden explicieter en mogelijke routes breng je beter in kaart.

Scenariodenken wordt ook toegepast door beleidsorganisaties. Zo wil bijvoorbeeld ook de Raad voor Cultuur de discussie over de toekomst voeren op basis van scenario’s. Zij onderscheidt daarbij drie varianten: een lockdown-scenario, een anderhalvemeter-scenario en een scenario van het nieuwe normaal.

In een notendop kun je scenario’s in 5 stappen analyseren (Baarsma):

  • Stap 1: trends verzamelen
  • Stap 2: 12 trendclusters uitfilteren
  • Stap 3: Selectie maken op lijnen impact en onzekerheid
  • Stap 4: Kernonzekerheden definiëren
  • Stap 5: Verhalen vertellen over de scenario’s

En stap 6 (van mijzelf [Ben Wiegman]): zoeken naar kansen. Die geven de scenario’s zelf namelijk niet. Zoals eerder genoemd, kunnen ze inspiratie bieden voor nieuwe strategieën. Die moet je vervolgens zelf uitwerken en toetsen. 

Tenslotte

Over de hierboven genoemde methoden is veel geschreven, soms vooral praktisch, soms meer theoretisch. Spreekt een methode je aan om toe te passen, neem je tijd om je in te lezen en je proces te organiseren en door te denken. Betrek vooral ook anderen bij het proces. Mocht je een en ander voorbereid hebben en het fijn vinden om er eens over te sparren met mij of een van mijn collega’s, meld je dan aan voor een kosteloos oriëntatie-gesprek (E-mail: ben@cultuur-ondernemen.nl, Telefoon: 020- 530 59 45).

 

Bron:              Nieuwsbrief Cultuur + Ondernemen, juni 2020

Auteur:          Ben Wiegman, projectmedewerker bij Cultuur +  Ondernemen