Terug naar nieuwsoverzicht

Tegemoetkoming Vaste Lasten: ook voor openluchttheaters

Dit jaar hebben de openluchttheaters ten gevolge van de corona-crisis vele voorstellingen  moeten annuleren. In cultureel opzicht is dat natuurlijk een zeer pijnlijke ingreep geweest. Maar niet alleen dat: ook in financieel opzicht is de klap bij een aantal openluchttheaters hard aangekomen. Als de inkomsten fors teruglopen en de kosten voor vaste lasten gewoon doorgaan, kun je als openluchttheater immers zwaar in de financiële problemen komen. Hoe kom je daar in vredesnaam weer uit?

Tegemoetkoming Vaste Lasten

Mogelijk kan de regeling Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) in voornoemde gevallen soelaas bieden. De regeling bestaat  namelijk uit een belastingvrije, financiële tegemoetkoming van minimaal € 1000,-  en maximaal € 50.000,-  en geldt, behalve voor mkb-bedrijven en zzp’ers, ook voor openluchttheaters die door de corona-crisis veel omzet hebben verloren en daardoor in de problemen zijn gekomen met het betalen van de vaste lasten.

Voorwaarden

Vanzelfsprekend dient u als openluchttheater wel aan een aantal voorwaarden te voldoen om voor de TVL-regeling in aanmerking te kunnen komen. Belangrijke voorwaarden zijn:

  • Verenigingen of stichtingen, met een onderneming, dienen een vestigingsnummer in het KVK Handelsregister te hebben;
  • Het openluchttheater is niet failliet en heeft op 31 december 2019 of daarna geen uitstel van betaling aangevraagd bij de rechtbank;
  • De tegemoetkoming kan men aanvragen tot en met 30 oktober 2020, 17.00 uur bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl);
  • Het openluchttheater heeft meer dan 30% omzet verloren ten gevolge van de coronacrisis;
  • In de periode juni tot en met september 2020 bedragen de kosten voor vaste lasten minimaal € 4.000 ,-. Voor de TVL-regeling kan dit bedrag worden berekend met de formule:
    Het (geschatte) bedrag voor vaste lasten = Normale omzet * Procentueel omzetverlies * Procentueel aandeel vaste lasten. 

 

Een rekenvoorbeeld:

Stel: De normale omzet (de omzet van 1 juni 2019 tot en met 30 september 2019) bedroeg € 80.000,-
Het omzetverlies (van juni tot en met september 2020) bedraagt 63 %; oftewel 0,63-ste deel van de normale omzet.
In de sector Kunst, waar de openluchttheaters onder vallen, wordt het percentage vaste lasten gesteld op 37 % van de omzet. Dit percentage is gebaseerd op branchegegevens van het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) en dient in de TVL-regeling te worden gebruikt als schattingspercentage.
Voor het (geschatte) bedrag aan vaste lasten kunt u in dit voorbeeld dan uitgaan van: € 80.000,- * 0,63 * 0,37 = € 18.648,-
Opmerking ter begripsbepaling: onder de vaste lasten dient men de kosten te verstaan die steeds doorlopen, zoals huur, pacht, onderhoud, verzekeringen, leasecontracten en abonnementen. Loonkosten horen hier niet bij. Die worden deels gecompenseerd door de Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid (NOW).

De hoogte van de subsidie bedraagt 50 % van de berekende vaste lasten. In ons voorbeeld bedraagt de hoogte van de subsidie dus : 50 % van € 18.648,- = € 9. 324,-.

Voor een volledig overzicht van de voorwaarden kunt u de volgende site raadplegen:
https://www.kvk.nl/corona/tvl-maximaal-50000-euro-per-4-maanden/?msclkid=a59f07bf058710b7127d58f8d05a9465&utm_source=bing&utm_medium=cpc&utm_campaign=1.%20KVK%20-%20Corona&utm_term=tvl&utm_content=TVL

Waar knelt de schoen?

Om het percentage omzetverlies te kunnen berekenen, dienen de aanvragers de omzet van de periode begin juni 2019 tot en met eind september te vergelijken met dezelfde periode in 2020. Om in aanmerking voor de TVL-regeling te komen, moet het verschil, zoals reeds is vermeld, groter dan 30 % zijn. Deze voorwaarde kan echter – ten onrechte – nadelig zijn voor de openluchttheaters. Wat wil namelijk het geval?
Veel openluchttheaters hadden in 2019  al de meeste  tickets in het voorjaar in de voorverkoop verkocht en genereerden derhalve relatief weinig omzet met de voorstellingen in de periode juni t/m september 2019.
In dit coronajaar was dat anders: de voorstellingen werden in het voorjaar bijna allemaal afgelast (dus geen omzet) en het programma in de periode juni tot en met september was nog niet bekend. Pas na 1 juni 2020 werd er weer enige omzet gegenereerd.

Door voornoemde rekenmethode toe te passen, zou het percentage omzetverlies voor openluchttheaters onterecht te laag uit kunnen vallen om voor de TVL-regeling in aanmerking te komen.
Het volgende (fictieve) rekenvoorbeeld moge dit verduidelijken.
Stel we hebben te maken met de volgende situatie:

Jaar Omzet jan. – april Omzet juni – sept.
2019 € 43.000,- € 5.000,-
2020 0 € 4.000,-

Kijken we alleen naar de periode juni t/ m september, dan bedraagt het omzetverlies € 1.000,-, hetgeen overeenkomt met 20 %; te laag derhalve om voor de TVL-regeling in aanmerking te komen. Feitelijk is dat onterecht.

De overheid onderkent ook dat dit onterecht is en is op verzoek bereid om in een dergelijke situatie de omzet die vanaf januari 2019  t/m april 2019 gemaakt werd voor de zomervoorstellingen mee te tellen als omzet van de maanden juni t/m september 2019.

Door deze aanpassing zou het werkelijke omzetverlies in dit voorbeeld bedragen:
(€ 43.000,- + € 5.000,-) minus € 4.000,- =  € 44.000,- , hetgeen overeenkomt met (afgerond) 92 %.  Wel even wat anders dan voornoemde 20 %., nietwaar?

En u vraagt zich ongetwijfeld af hoe hoog de subsidie in dit voorbeeld dan zou zijn.
Antwoord: het geschatte bedrag aan vaste lasten heeft in dit voorbeeld een hoogte van:
€ 48.000,- * 0,92 * € 0,37 =  (afgerond) € 16.340,-  en de hoogte van de subsidie komt dan uit op 50 % van € 16.340,- = € 8.170,-


Tot slot

Natuurtheater De Kersouwe te Heeswijk-Dinther heeft reeds met succes een beroep gedaan op de TVL-regeling.

Bronnen:
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland;  https://www.rvo.nl
Kamer van Koophandel; https://www.kvk.nl/corona/tvl-maximaal-50000-euro-per-4-maanden/?msclkid=a59f07bf058710b7127d58f8d05a9465&utm_source=bing&utm_medium=cpc&utm_campaign=1.%20KVK%20-%20Corona&utm_term=tvl&utm_content=TVL