Terug naar nieuwsoverzicht

Wie schrijft, die blijft – OLT Bloemendaal

Alvast mijn excuses voor de lezer: het is een lang stuk geworden. ‘Kill your darlings’ was te moeilijk in dit verhaal. Al schrijvende besefte ik [(red.) Laura Marcus, Directeur OLT Bloemendaal en Wandelpark Caprera] mijn passie en enthousiasme voor de plek en mijn gedrevenheid om dit zoveel mogelijk uit te dragen.

Er was eens in 1947….3 JS.jpg
Voor het bouwrijp maken van de uitbreidingen van Amsterdam en Haarlem en de nieuwe delen van Bloemendaal zijn sinds de 17e eeuw flinke happen uit de bijna onuitputtelijke bergen zand genomen. Eén zo’n hap liet een forse kuil achter in een duin bij het Bloemendaalse kopje. En daar begint het verhaal van Openluchttheater Bloemendaal. Er was eens een zandgat in een duin. Op een zomerse dag in 1947 liepen daar een vader en zijn zoon. De zoon had een fantasierijke geest. De vader was directeur van Publieke Werken van de Gemeente Bloemendaal. Dus toen de zoon zei: “Dit lijkt mij een mooie plek om een openluchttheater te bouwen”, kon de vader meer doen dan glimlachend met zijn zoon mee dromen. Hij kon het idee van zijn zoon opwerpen bij de wethouder.
Zo moet het gegaan zijn. De zoon was Cees de Jong, destijds 28 jaar oud. Hij zou veertig jaar lang secretaris en de motor van het Openluchttheater zijn. Met dank aan de gemeente en 90 Bloemendalers die in 1948 allen 1.000,= gulden gaven voor haar oprichting. Zeg maar Crowdfunding-avant-la-lettre. Inmiddels bestaat Openluchttheater Bloemendaal zesenzestig jaar.

Tussen bos en duinen
Gelegen in een 25 hectare groot bosachtig park is Openluchttheater Bloemendaal en Wandelpark Caprera een absoluut unieke plek. Omdat de tribune (met voor de helft rugleuningen) tegen een duin aan ligt en flink stijl loopt, heb je als bezoeker overal goed zicht en gehoor. Voor de artiest is het heerlijk. Want ondanks dat er een prachtig maar afstandelijk watertje het podium van het publiek scheidt, kan je op lichte avonden als artiest alle bezoekers zien en voel je je omarmd door die muur van publiek. En door die vijver is de akoestiek voortreffelijk, zo bleek bij de opera. Het podium is gelukkig overdekt met een permanente tent waardoor het eigenlijk altijd door gaat. Het park is prachtig met vele hoogteverschillen, een meertje en een enorme diversiteit aan planten, bomen en dieren. Als je helemaal rond loopt ben je 45-60 minuten bezig met af en toe een flinke klim.

Caprera, zoals Openluchttheater Bloemendaal in de volksmond heet, ligt ook vlakbij huizen. Dat zorgt soms voor spanning. Zeker bij de grote bands die een flink geluid produceren. Maar de afgelopen jaren heeft de directe omgeving een passe-partout voor het theater gekregen zodat ze met 2 mensen gratis naar alle voorstellingen mogen. En ze worden regelmatig bericht. Net als de wandelaars. Want zij kopen jaarkaarten zodat ze mogen wandelen zoveel ze willen. En daar maken velen flink gebruik van. Sommigen komen er al 20-35 jaar. Het voordeel is dat het park omheind is waar honden los mogen lopen. Nadeel is wel dat bij een strenge winter de herten over het hek springen dat ons park van de Kennemerduinen scheidt. En dan gaat er wel eens iets mis met een hert of een ree in combinatie met het jachtinstinct van een hond.
Bij ons mogen de mindervaliden onderlangs via het artiestengebied. Daar is ook het invalidentoilet. Ze worden begeleid door vrijwilligers. En er is een echtpaar dat door ons laadbakje naar boven wordt gereden.

Programmering

Luchtacrobate Amuse 3.jpgVoor de opening van het seizoen heb ik de Amuse-avond bedacht. Zoals de naam het al zegt: je ziet allerlei artiesten op één avond en een presentator die het geheel aan elkaar praat.
 
Echt heel leuk en divers. Dit jaar deed Karin Bruers de presentatie en werden de acts verzorgd door: Eric Koller, Zazi, Niki Jacobs, The Dutch Eagles, Frank van Pamelen, een operazangeres, Op Sterk water en als klap op de vuurpijl was er een acrobate in de nok. Het is een prijzige avond maar enorm waardevol voor je signatuur naar buiten toe.  Dat je kan laten zien dat je alle smaken in huis hebt. Programmeren is net als koken: je wilt zoet, zuur zout en bitter. En ook voor artiesten is het enorm leuk, want die raken weer door elkaar geïnspireerd.

Sinds twee jaar heeft ook het Internationaal danstheater een plek in de programmering. En trokken ze het eerste jaar nog maar 150 bezoekers, het tweede jaar al 370! Ik geloof echt dat publiek soms kan en moet groeien. Maar alles volgens de regel: 80 % herkenbaarheid en 20% uitdaging.

Dit seizoen hadden we 40 unieke artiesten die voor 48 avonden muziek of theater zorgden. De Dijk was er 4 x, Blof 2 x, Ilse 3 x, de 3 JS 2x, Caro Emerald 2 x. En verder een uiteenlopende programmering van het internationaal danstheater tot Wolter Kroes en van de Comedytrain tot Wende. Met Sinterklaas hebben we vorig jaar geëxperimenteerd met een Sinterklaas-voorstelling in gezamenlijke productie met VET-kindercabaret. De winkeliersvereniging heeft toen geholpen met de PR omdat VET ook bij de intocht in Bloemendaal hun eigen Sint-lied zong. Het was een groot succes en we gaan het dit jaar weer doen.
Samen met poppodium Patronaat uit Haarlem organiseerden we 5 concerten waardoor we ook een internationaal aanbod hebben. Ik besteed regelmatig tijd aan de lobby op zoek naar nieuwe artiesten.

Toen ik aantrad was Caprera een veredeld pop-podium. Inmiddels komen bijna alle genres langs. De twee meest overweldigende avonden dit jaar waren die van de Opera en Gitaarlem. Ik had vorig jaar al een kleinere opera geprogrammeerd. Ik wilde het zo graag omdat ik het ‘Verona-gevoel’ tussen de bomen wilde. Als kind ben ik door mijn ouders mee naar Verona genomen: wat een beleving! Vorig seizoen heb ik helaas een opera moeten afzeggen. Er waren maar 36 kaarten verkocht. En dan maak je de overweging: wat kost meer geld: pitbullen met de marketing en hem door laten gaan, of je verlies nemen en cancellen maar toch betalen. Het werd dus het laatste. Dat scheelde mij mijn dagkosten en marketingbudget.
Dit jaar hebben we het grootser aangepakt. De mensen uit deze regio hebben allemaal een abonnement bij het concertgebouw in Amsterdam. Wilde ik een Opera neerzetten, dan moest het aan een aantal criteria voldoen: Het moest van grootse kwaliteit zijn, toegankelijk, het liefst met zeer goede recensies met een jong talent dat de Bloemendalers konden omarmen. Mijn keus viel toen op de ‘Cosi fan tutte’ van het Orkest van de 18e eeuw. Een uitmuntend, internationaal orkest dat op oude instrumenten speelt. Samen met het koor ‘Capella Amsterdam’, Ed Spanjaard als dirigent, frisse regie, boventiteling en prachtige solisten waarvan er één, Lenneke Ruiten, in 2015 in de Scala in Milaan mag zingen. Dat kwam dus mooi allemaal samen. De marketing hebben we flink uitgezet. Met arrangementen bij restaurants, via alle serviceclubs, en veel artikelen in de pers. Ik had 600 betalende bezoekers nodig om uit de kosten te komen voor dit werkelijk peperdure project . En… het is gelukt! Het waren er 730 plus de burgemeester en alle wethouders. Ik had nooit durven dromen dat die tribune er zo vol uit zou zien. Met het wonderschone uitverlichte bos was deze opera echt een sprookje. Wel een koud sprookje, want toen iedereen om 23.50 de tribune verliet op 24 augustus was het 9 graden!

Gitaarlem was een ander ambitieus project. Dit jaar staat het Glazen huis voor Serious Request in Haarlem. De broers Speelman en Speelman vonden dit een mooie kans om van Haarlem een muziekstad te maken. Ze bedachten Gitaarlem en lieten een gitaar bouwen die nu langs allerlei (Haarlemse) artiesten trekt die daar een lied op mogen spelen of maken. Elke week bij Giel Beelen, die weer in t Glazen huis gaat zitten, wordt er dan een nummer in de studio gespeeld. In Bloemendaal was het concert ‘Gitaarlem gaat Vreemd’ . Het was immers een concert buiten de grens van Haarlem en waarbij ook andere artiesten mochten komen spelen. Er traden wel 20 artiesten op en Speelman en Speelman praatten het aan elkaar. De opbrengst gaat, na aftrek van alle kosten, naar Serious Request. Net als de Opera een avond waarvan mensen spijt hebben als ze er niet bij geweest zijn. Het was uiteindelijk uitverkocht met 1300 mensen en 200 (!) gasten. Dit soort projecten kost heel veel tijd, ook voor techniek, maar levert zoveel energie op.

Vaste krachten en vrijwilligers
Openluchttheater Bloemendaal werkt deels met betaalde krachten en deels met vrijwilligers. De enige vaste werknemer ben ik, de directeur. En ik ben ook hoofd kassa, hoofd financiën, programmeur, hoofd marketing en hoofd gebouwenbeheer. Dat maakte het implementeren van een prachtig kaartverkoopsysteem (Get a Ticket) wel lastig want het was enorm veel werk om alles in te voeren . En ik heb dagen mensen beantwoord die niet konden inloggen omdat de kassavrijwilligers toch te weinig met het systeem werkten. Het is overigens niet zo dat vrijwilligers ook precies hetzelfde doen als de betaalde krachten. Dat is gescheiden. En de techniek en hoofd horeca zijn professionals. De betrokkenheid is van iedereen, zoals in alle openluchttheaters, enorm. Eén van de technici werkt hier al bijna 17 jaar. Men houdt van de plek en dat is bij mij ook zo. Toen ik jong was heb ik er met de balletschool opgetreden. En nu ben ik er bijna 7 dagen in de week, ben ik bij elk concert aanwezig en word ik elke avond weer verliefd op de plek.

Marketing
We doen heel veel aan marketing.  Wellicht dat samen met de veranderde programmering daar de idiote stijging in bezoekers een gevolg van is. Van 26.000 in 2012 naar 40.000 in 2014. Naast nieuwsbrieven sturen vanuit het kaartverkoopsysteem maken we veel flyers, verspreiden we veel affiches, af en toe een advertentie, een kleurige brochure huis aan huis verspreid en bijna geheel bekostigd uit advertenties, geven we kaarten via de landelijke en regionale radio weg en staat er bij elke voorstelling een clubje vrijwilligers klaar om een brochure met 4 flyers aan elke bezoekers uit te delen. Korting geven we overigens nooit, ik ben fel tegen. Openluchttheater Bloemendaal heeft sinds 2 jaar 200 vrienden maar dat vind ik nog te weinig. Daar zit nog heel veel groei in en moet komend jaar goed opgezet worden.

To horeca or not to horeca
De afgelopen jaren was de horeca verpacht met een niet-zo-gunstige-deal voor het theater. Dat gaf regelmatig problemen want het theater gaf geld uit aan marketing, dan was er een volle bak en vervolgens ging de pachter er met de winst van door. Bovendien stonden zij niet voor de gastvrijheid waar Caprera naar wilde streven. Dus de pachter eiste dat de tassen gecontroleerd werden aan de poort waar de bezoekers weer boos om werden. Sinds mei 2014 hebben we de voormalige pachter na wat advocatengedoe uit kunnen kopen. Dat was een dag voor de opening van mijn eerste seizoen en alles moest nog geregeld worden. Hij heeft de hele inventaris mee en het Paviljoen was in slechte staat vanwege o.a. lekkage. Op dit moment zijn we al een jaar aan het wachten op de aanbesteding om het Paviljoen, dat ingegraven in een duin ligt, aan 4 kanten af te graven en weer te isoleren. Daarna kunnen we de binnenkant gaan doen. Eerlijk gezegd vind ik het niet zo’n heel goed pand. We zijn nu met een commissie bezig om grootsere plannen te maken en vooral na te gaan: wat willen we? Voor wie? Waar zouden we goed in kunnen zijn? En waar halen we het geld vandaan? Op dit moment is de horeca alleen ondersteunend aan voorstellingen.

Verbinding door de plek
De artiestenverzorging maar ook de gastvrije benadering van de bezoekers is voor mij enorm belangrijk. Want je doet immers met de artiest wat je thuis ook doet als er bezoek komt: iets lekkers halen, fruit op tafel, drankjes, goede koffie en vooral een gastvrij onthaal en bitterballen en Franse kaas achteraf. Wij investeren daar echt in en artiesten gaan altijd heel blij weg. De 3JS vinden Caprera het hoogtepunt van hun tour. We hebben een vaste backstage-medewerker die ze ontvangt, de lunch klaar zet, tussendoor schoonmaakt, de tafels dekt voor het eten en opruimt. En er komt elke avond een cateraar met gezond en zalig eten. Iedereen eet mee. Het komt regelmatig voor dat we met 35-45 man zitten te eten. Heel gezellig! Zoals elk openluchttheater zorgt de magie van de plek voor verbinding. Zowel bij bezoekers als bij artiesten. Als het regent delen we trouwens gratis poncho’s uit.

Omdat we soms echt veel mensen in huis hebben (max 1300-1600 inclusief gasten) en er tijdens het concert gedronken wordt, is er bij bijna alle voorstellingen beveiliging aanwezig. Er zijn zo’n 1250 zitplekken en de rest staat of zit op de trap, mits er nog een looppad over is. En soms moeten ze echt de dronken mensen uit t bos halen. Of de vrijende geliefdes of de plassende mannen. Ook ‘bewaken’ ze het backstage-gedeelte.

Klachten
Misschien heb ik dit jaar van de bijna 40.000 bezoekers 10-20 klachten gehad. Dat valt wel mee vind ik. Maar ik schrijf iedereen uitgebreid terug en regelmatig vraag ik de mensen om op de koffie te komen. Dan kan ik het beter uitleggen.

En nu….en straks….
Ik ben nu bijna 2 jaar directeur en we hebben eerlijk gezegd al veel veranderd aan professionalisering: een eigen kaartverkoopsysteem, een verdiepende programmering , zichtbaarder zijn, meer activiteiten voor de omgeving, horeca in eigen beheer, 50% meer bezoekers in twee jaar en toen een school deze zomer afbrandde heb ik geroepen dat wij hun openlucht-aula wilden zijn. En dat is gelukt. Ook heeft de Yoga-school een avond vollemaans-yoga georganiseerd en was er de afscheidsreceptie van 2 wethouders op het podium en de uitreiking van de sportkampioenen. Omdat wij geen amateurtheater programmeren is het belangrijk om zichtbaar te zijn in de omgeving. Het Horecapaviljoen is een zorgenkindje. Net als de belasting van de overkapping over het podium. Door de steeds grotere artiesten en de lampen die steeds zwaarder worden zou er een probleem kunnen ontstaan. Dat willen we voor zijn. Maar wat we ook gaan doen, in alles zorgen we dat onze missie ‘Kwaliteit, Gastvrijheid en Verbinding’ overeind blijft. En dat er vooral heel veel mensen kunnen genieten van deze plek!

Ik draag de digitale pen over aan…
Shakespearetheater in Diever, omdat mijn volgende droom is om weer Shakespeare naar Bloemendaal te halen. En omdat ik als voormalig docente drama dol ben op Shakespeare.-verhalen. En omdat in 1949 het Londens gezelschap The Young Vic (jeugdafdeling van The Old Vic) per boot en bus met 30 personen naar Bloemendaal afreisde om daar hun drie uur durende ‘As You like it’ te spelen voor in totaal 5000 bezoekers!